Verliefden, ze liggen in het gras.
Zo dichtbij.
De zon verlicht en verwarmt hun lichaam.
Daar een pont op weg.
Een schip rond de bocht.
En zakt dromerig de rivier af.
Op de voorplecht staat een vrouw
De verliefden hebben oog voor elkaar.
De pont legt aan de overkant aan.
Zo moet het blijven, dacht ik.
Maar de verliefde verlaten het zachte gras.
Het schip, dat verdwijnt in de bocht van de rivier.
Ook de pont komt alweer terug.
Marcel de Wit